-
1 Innere
Innere(s)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; o.〉♦voorbeelden:das Innere einer Weltraumkapsel • het inwendige van een ruimtevaartcapsuledas Innere nach außen kehren • het binnenste buiten kerenim Inneren Sibiriens • in het hartje van Siberië3 ins Innere der Kunst eindringen • tot de kern, het wezen van de kunst doordringen -
2 Inneres
Innere(s)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; o.〉♦voorbeelden:das Innere einer Weltraumkapsel • het inwendige van een ruimtevaartcapsuledas Innere nach außen kehren • het binnenste buiten kerenim Inneren Sibiriens • in het hartje van Siberië3 ins Innere der Kunst eindringen • tot de kern, het wezen van de kunst doordringen -
3 moelle
moelle [mwaal]〈v.〉♦voorbeelden:glacé jusqu'à la moelle des os • tot op het bot verkleumdpénétrer jusqu'à la moelle des os • door merg en been gaanpourri jusqu'à la moelle • door en door rot→ osf1) merg -
4 core
n. klokhuis (van de appel of ander fruit); centrum; hart--------v. uitboren, het binnenste van het fruit weghalencore1[ ko:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 binnenste ⇒ kern; klokhuis; 〈 kernenergie〉 reactorkern; 〈 figuurlijk〉 wezen, essentie, hart♦voorbeelden:————————core2〈 werkwoord〉 -
5 entrailles
entrailles [ãtraaj]〈v., meervoud〉2 (het) binnenste ⇒ hart, ziel, schoot, gevoelf pl1) ingewanden -
6 entrails
n. ingewanden, darmen[ entreelz]♦voorbeelden: -
7 dedans
dedans [dədã]〈bijwoord; ook m.〉1 binnen ⇒ erbinnen, van binnen, erin♦voorbeelden:au dedans • van binnenau dedans de • binnen inau dedans de nous • in ons binnenstede dedans • van binnenla porte s'ouvre du dedans • de deur kan van binnenuit opengemaakt wordenen dedans • naar binnen, (van) binnenmarcher les pieds en dedans • met naar binnen gerichte voeten lopenen dedans de • binnenen dedans de lui-même • in zijn hartle dedans • de binnenkant, het binnenste -
8 aerification
n. het met lucht gevuld zijn; het gasvormig maken; ; het verwijderen van het binnenste van de aarde uit sportvelden en golfbanen om de schade toegebracht aan de aarde te herstellen -
9 poached egg
gepocheerd ei (het binnenste van het ei in kokende vloeistof doen onmogelijk het eiwit en eigeel van elkaar te onderscheiden) -
10 amniote
n. Het binnenste der eivliezen van het embryo in lichaam van moeder -
11 nutpick
n. Instrument voor het uithalen van het binnenste van een noot -
12 tuf
-
13 the entrails of the earth
-
14 amnion
n. amnion (in gynaecologie - het binnenste der eivliezen v.h. embryo i.h. moederlichaam) -
15 bowels of the earth
in het binnenste der aarde,binnen in de aarde -
16 stapes
n. Stijgbeugel, het binnenste der drie gehoorbeentjes (bij anatomie) -
17 things aren't always what they seem
de dingen zijn niet altijd hoe ze eruit zien (belangrijk is het binnenste en niet de buitenzijde, de buitenkant kan een verkeerde indruk geven)English-Dutch dictionary > things aren't always what they seem
-
18 le dedans
le dedansde binnenkant, het binnenste -
19 das Innere nach außen kehren
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das Innere nach außen kehren
-
20 coeur
coeur [kur]〈m.〉3 maag4 hart ⇒ innerlijk leven, intieme gedachten5 hart ⇒ midden, binnenste, kern♦voorbeelden:coeur droit • rechter hart(helft)d'un coeur léger • onbezorgdcoeur transplanté • ruilhart3 avoir le coeur sur les lèvres, au bord des lèvres • gaan overgeven, misselijk zijnavoir le coeur barbouillé • misselijk zijnavoir, garder qc. sur le coeur • iets niet kunnen verwerkenrester sur le coeur • zwaar op de maag liggencoeur de la question • kern van de vraagavoir le coeur dur • een hart van steen hebbenavoir le coeur gros, plein • verdriet hebbenen avoir lourd sur le coeur • gedrukt, bedrukt zijnavoir le coeur serré • bedrukt, bedroefd zijnavoir le coeur tendre • een klein hart hebben, teerhartig zijnle coeur m'a manqué • ik kon het niet over mijn hart verkrijgenavoir la rage au coeur • razend zijnn'avoir de coeur à rien • nergens zin in hebbenne pas avoir le coeur à rire • geen lust tot lachen hebbenvouloir en avoir le coeur net • er het zijne van willen wetenavoir le coeur de faire qc. • de moed hebben iets te doenavoir le coeur sur la bouche, sur les lèvres • het hart op de tong, op de lippen hebbenavoir le coeur sur la main • vrijgevig zijndonner, remettre du coeur au ventre à qn. • iemand een hart onder de riem stekenfaire battre le coeur • het hart sneller doen kloppencela me fait mal au coeur • ik vind het triestmanquer de coeur • harteloos zijntenir à coeur • na aan het hart liggenvider son coeur • zijn hart uitstortenprendre qc. à coeur • iets ter harte nemenprendre qc. trop à coeur • zich iets te veel aantrekkenà coeur joie • naar hartenlustaller droit au coeur • tot het hart sprekende bon, grand, tout (mon, son etc.) coeur • van ganser harte, graagapprendre par coeur • uit het hoofd lerensans coeur • harteloossi le coeur vous en dit • als je er zin, trek in hebtmon petit coeur • mijn hartjejoli comme un coeur • net een plaatjem1) hart2) boezem, borst3) maag4) binnenste, kern5) harten [kaarten]
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Hans Warren — Pour les articles homonymes, voir Warren. Johannes Adrianus Menne (Hans) Warren, né à Borssele le 20 octobre 1921 et mort à Goes le 19 décembre 2001, était un écrivain néerlandais. Né en Zélande, il a écrit essentiellement de… … Wikipédia en Français